Hydrodynamische studies Rioleringen, collectoren, pompstations, bezinkingsbekkens- en wachtbekkens Wegen-, spoorwegen-, tram-, en luchthaveninfrastructuur Nutsleidingen Milieutechnologie en -advies Milieu-effecten rapportage Haalbaarheidsstudies Ecologische studies Omgevingsstudies Leefbaarheidsstudie Project management Construction Management Build, own and transfer (BOT) projecten Build, own, operate and transfer (BOOT) projecten Turnkey projecten Programma- en projectmanagement (PPM) operaties Technische bijstand bij uitvoeringsprojecten Your Project Studie van twee buisverbindingen Modellering met eindige elementen methode Deze studie omvat het bestuderen van twee buisverbindingen onder inwendige druk. Het eerste deel van de studie onderzoekt de vervormingen en spanningen zoals uitgevoerd, het tweede deel zoekt een oplossing om spanningen en vervormingen tot aanvaardbare grenzen te reduceren. De staalkwaliteit van de buizen is S235, met een minimum vloeigrens van 235 N/mm² en een treksterkte van minimum 360 N/mm². De eerste verbinding is een buis met diameter 600mm, met wanddikte 6mm, die onder een hoek van 30° aansluit op een buis diameter 1000mm, met een wanddikte van 10mm. De tweede verbinding is een buis met diameter 600mm, met wanddikte 6mm, die onder een hoek van 30° aansluit op een buis diameter 800mm, met een wanddikte van 8mm. Beide verbindingen worden belast met een inwendige werkdruk van 9 bar, en een testdruk van 16 bar. De verbinding werd gemodelleerd met het eindigeelementen-pakket ESA-Prima Win (elementen met een gemiddelde afmeting van 100mm) Uit de studie van de buisverbinding zoals uitgevoerd komen volgende zaken naar voor: 1Overschrijding van de elastische spanning over grote delen van mantelomtrek van hoofdbuis en aansluitende buis. (De rode zones duiden de overschrijding van de vloeigrens aan bij een inwendige druk van 16 bar.) 2 Vervorming van de opening van de buisverbinding. (De boven en onderzijde van de opening wijken naar buiten door trek in de buismantel.) 3Vervorming van de doorsnede van de hoofdbuis ter plaatse van de straub-verbindingen. (Het ovaliseren van het gat doet de aansluitende buis DN600 uitwijken, dit uitwijken veroorzaakt een vervorming van de doorsnede van de hoofdbuis DN1000/DN800.) De oplossing is gezocht in het plaatsen van verstijvingschotten op de hoofdbuis, nabij de straub-piping joint, en op de verbinding. De oplossing houdt rekening met de drie hoger beschreven effecten: 1De spanningen blijven beperkt tot de vloeigrens over de twee buismantels. Lokaal blijven piekspanningen bestaan ter plaatse van de binnenhoek van de aansluiting. Hoewel deze de vloeigrens ruim overschrijden, kunnen deze toch aanvaard worden. Een zeker plastische vervorming is toelaatbaar mits deze laatste begrensd wordt (zie 2. en 3.) 2 De vervorming van de opening van de buisverbinding wordt ingesnoerd door drie verstijvingschotten op de verbinding. 3De doorsnede van de hoofdbuis ter plaatse van de straub-verbindingen wordt vormvast gehouden door toevoeging van een verstijvingring. Use of ESA-Prima Win Description of the technical questions to be solved with ESA-Prima Win: Waar is er spanningoverschreiding, hoe vervormt het geheel. Modules used: 3D Shell, Intersection 43 SCIA User Contest Catalog
RkJQdWJsaXNoZXIy MTgyMDE=