SCIA User Contest 2005

bouwd. Waren deze steunberen nog voldoende draagkrachtig? (neen). Hoe moesten deze dan heropgebouwd worden, (met en zonder trekker) en wat was de invloed op de funderingen? Besluiten uit de studie Door de gebrekkige werking van de trekkers in de gewelven en spanten ontstaan in de steunberen momenten die het gevolg zijn van hieruit voortvloeiende horizontale spatkrachten. Deze momenten worden in de steunberen vertegenwoordigd door een drukspanning aan de buitenkant van de steunbeer en een trekspanning aan de binnenkant van de steunbeer. Aan deze spanningen moeten de verticale uniforme drukspanningen ten gevolge van de eigengewichten nog toegevoegd worden. Deze drukspanningen compenseren de trekspanningen (gedeeltelijk), maar moeten eveneens aan de reeds aanwezige drukspanningen toegevoegd worden. Deze grote drukspanningen worden sterk geconcentreerd naar de slappe ondergrond overgedragen, met grote absolute en differentiële zettingen tot gevolg. Deze zettingen verwringen de structuur waardoor scheuren en vervormingen verschijnen. De slappe ondergrond kan onvoldoende draagkracht bieden voor grote lasten. Deze lasten moeten zo goed mogelijk beperkt en verdeeld worden. De oplossing bestaat erin de horizontale krachten aan de bron op te nemen. Dit kan in de spanten gebeuren door de trekkers te herstellen en de aangetaste balken te vervangen, door de passerelle te verlengen tot aan de spanten van de apsis en een soort vakwerk te construeren tussen de moerbalken die de spatkrachten probleemloos kunnen oppakken en een stijf geheel vormen. In de gewelven moet de bestaande trekker onderzocht worden op efficiëntie en maximale trekweerstand. De verwachte maximale trekkracht bedraagt 40kN. Indien de trekker niet voldoet, moet hij vervangen worden. In travee 3 (aan de apsis) moet een extra trekker toegevoegd worden om de spatkrachten op te pakken zonder de steunberen te belasten. Door het verdwijnen van de horizontale component van de gewelven en spanten zijn de drukspanningen in de steunberen aanvaardbaar. 101 Restoration of the St-Peter and Paulchurch Within the framework of the restoration of the Saint-Peter and Paul-church of SintPietersleeuw, a stability study was assigned. By means of various calculation models, the mutual influence of the various construction parts could be checked. The trusses, vaults, buttresses and the foundation have been gone thoroughly into. The present cracks and deformations indicated that the various construction parts are well dimensioned. The interaction between the various parts leaves a lot to be desired. After investigation it turned out that the tension members in the vaults and trusses were insufficient and that horizontal faulting had occurred. The solution is that horizontal forces should be taken up at the source. This will be done in the trusses by repairing the tension members and by replacing the affected beams. Short Description

RkJQdWJsaXNoZXIy MTgyMDE=