Ventilatietoren K270 BASF Antwerpen Travhydro N.V. Afdeling Vlaanderen Noorderlaan 50 2060 Antwerpen Belgium Tel.: +32 3 201 1780 Fax: +32 3 226 6838 Contact: M. Anthelme Claeys Email: [email protected] Activiteiten: • Montage en demontage van steigers en schoringen van alle types in bouw en industrie • Verkoop en verhuur van stellingmateriaal en aanverwante • Verkoop en verhuur van beschoeiïngsmateriaal voor sleuven • Verkoop, verhuur en montage van rekken en industriële magazijninrichtingen Steigersystemen Travhydro produceert eigen steigermateriaal in onze fabriek te Nijvel-België, oppervlakte 50.000 m². Datum oprichting 12 september 1928 Aantal werknemers Afdeling Vlaanderen: + 180 Aantal bedienden Afdeling Vlaanderen: + 24 Totaal werknemers Travhydro-Benelux: + 510 Veiligheid: Al onze monteurs zijn in bezit van het VVA I certificaat; Onze leidinggevenden zijn in het bezit van VCA II certificaat Lid van V.I.B.N.A.: Werkgroep Aannemers Veiligheid. Maatschappelijke zetel: Travhydro sa/nv; Avenue E. Rousseau, 40; 6001 Marcinelle (Charleroi). Groep Travhydro sa/nv maakt deel uit van de groep R. De Cock; Avenue E. Rousseau, 40; 6001 Marcinelle (Charleroi). Omzet Groep Travhydro ca.: 55 miljoen euro Groep De Cock ca.: 120 miljoen euro Locatie BASF - Antwerpen, België Beschrijving Concept De structuur betreft een werksteiger aan en rond de ventilatietoren ten behoeve van werken aan de staalstructuur, meer in het bijzonder de bordessen op niveau 39,45 m en 43,86 m, de volledige trappentoren en de kooiladders. Deze werken omvatten het vervangen van onderdelen, straal- en schilderwerken. Daarnaast wordt eveneens de isolatie geheel of gedeeltelijk vervangen. De toren K270 is gebouwd begin jaren 1970 en daarmee één van de oudste constructies aanwezig op het terrein. Een specifiek probleem is de verzwakking van de structuur door de aanhoudende corrosie door de jaren heen. Met het oog op het vermijden van extra belasting op de constructie werd aanvankelijk door BASF vereist om een autostabiele steigerstructuur te ontwerpen, zonder afstempeling tegen, noch verankering aan de toren. Een eerste berekening wees uit dat dit praktisch niet mogelijk was, zelfs niet met enkel windbelasting op de naakte steiger. Rekening houdend met de eis dat de werkzones waarin wordt gestraald, verplicht afgeschermd moeten worden, in een eerste fase de bordessen en in een tweede fase de trappenconstructie, werd per fase een berekening gemaakt. Het voorgesteld project behandelt de eerste fase, waarbij de “kop” van de steiger, over de volledige omtrek en over een hoogte van 7,50m is afgeschermd met 100% winddicht zeil. Na overleg werd door BASF toegestaan de steiger af te stempelen tegen de verstijvingsringen, die werden aangebracht om trekkrachten in de plaatstalen wand, bij het onder druk plaatsen (4 bar) van de toren, op te vangen. Omdat de hoogte van deze ringen niet correspondeert met de slaghoogte in de steiger, diende deze laatste ter hoogte van de vijf stempelniveaus extra uitgebouwd en versterkt te worden, voor opname van de lokale, relatief hoge stempelkrachten. De grootste belasting treedt op in de bovenste stempellaag, ten gevolge van de windbelasting op de afscherming rond de “kop”. De karakteristieke waarde van de gecumuleerde windbelasting op de zeilafscherming in één richting bedraagt + 92 kN aan de loefzijde, + 57 kN aan de lijzijde en + 83 kN aan de beide strijkzijden. De horizontale afstempeling tegen de toren is samengesteld uit een reeks radiaal gerichte stempelbuizen, waarbij het steunpunt op het uiteinde van de buis tegen de kolom, enkel starre druk opneemt. Dientengevolge wordt een niet-lineaire berekening gemaakt, waarbij elk steunpunt waarin bij een lineaire berekening trek optreedt, automatisch wordt uitgeschakeld. Uitgangshypothesen bij de berekening Steunpunten • Op grondniveau: kunnen in principe geen verticale trekkracht opnemen. Worden echter als vrij scharnier ingegeven, waarbij na berekening blijkt dat de enkele negatieve reacties zeer beperkt in aantal en in grootte zijn • Op stempelniveau: kunnen enkel starre druk opnemen en zijn georiënteerd volgens de LCS van de stempelbuis Belasting Eigen gewicht steigerstructuur: Om rekening te houden met alle toebehoren op steigeronderdelen, wordt voor staal gerekend met een specifiek soortelijke massa van 90 kN / m³. Eigen gewicht van de werkvloeren en borstweringen wordt aangebracht onder de vorm van puntlasten in de staanderknopen op slaghoogte. Nuttige overlast op werkvloeren: Globaal, over het volledige vloeroppervlak op één verdieping: 150 daN / m² (klasse 2 - HD1000). 180 Company Project Ventilatietoren K270 BASF Antwerpen SCIA User Contest 2005 / Steel constructions 4 Categorie
RkJQdWJsaXNoZXIy MTgyMDE=