23 Nemetschek Engineering User Contest 2009 • Category 1: CAE Constructive Elements 1 enkele meters, op andere plaatsen bijna niets. De structuur is opgebouwd uit 2 op elkaar gestapelde portieken alle 10 m met ertussen gordingen, zowel in vloer als in dak. De onderste portiek bestaat uit 2 vakwerkkolommen en een vakwerkligger. De bovenste portiek bestaat uit 2 gewone profielkolommen en een vakwerkligger. De kolommen van de bovenste portiek konden niet worden ingeklemd op de vakwerkligger van de onderste portiek, omdat die anders op sommige plaatsen onder de gevellijn zichtbaar zouden zijn. Eerst voorzag het ontwerp in een houten dakligger, maar dit was technisch niet haalbaar daar die niet voldoende kon worden ingeklemd op de kolom om de portiekwerking te garanderen. De algemene stabiliteit van de volledige structuur is vrij eenvoudig. In dwarse richting door de beide portieken op elkaar gestapeld. De portieken hebben bovenaan stijve hoekverbindingen. In langse richting is de piste ongeveer 210 m lang. Er kan geen uitzettingsvoeg worden voorzien. Daarom moeten we er voor zorgen dat de volledige structuur in zijn geheel naar 1 kant vrij kan uitzetten. In het dak, de gevels en de vloer van de piste zitten op regelmatige afstanden windverbanden. Deze lopen niet door tot op de grond, maar stoppen op het niveau van de vloer van de piste. De horizontale krachten in langsrichting worden over de volledige lengte via de vloer van de piste overgebracht naar een betonnen kuip onderaan, welke gefundeerd is op palen die deze horizontale krachten overbrengen naar de grond. Op die manier kan de volledige structuur vrij uitzetten en krimpen. Door de symmetrie en de eenvoudige opbouw van de algemene stabiliteit werd de structuur niet als volledig 3D-model berekend, maar werd elk portiek afzonderlijk uitgerekend. Gordingen in dak en vloer werden apart beschouwd. In bijlage een voorbeeld van een typeportiek van het hogere gedeelte van de piste. Ski Hall, Terneuzen
RkJQdWJsaXNoZXIy MTgyMDE=